De verordeningen: GSV en GemSV
GSV
De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) legt vast hoe moet worden gebouwd. De GSV regelt de materiële bouwoperaties, met uitzondering van de bestemming en de ligging. Ze bepaalt in verschillende titels voorschriften voor het bouwvolume, de bouwhoogte en de inplanting van gebouwen, de aanleg van parkeerplaatsen, de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit (PBM) enz.
Scholen zijn bouwwerken zoals andere en moeten dus voldoen aan stedenbouwkundige voorschriften. Hiervan mag echter worden afgeweken. Onder de volgende titels gaat de GSV nader in op de regels die specifiek gelden voor schoolgebouwen.
Titel I - Kenmerken van de bouwwerken en hun naaste omgeving
Deze titel bepaalt de kenmerken waaraan gebouwen en hun onmiddellijke omgeving moeten voldoen om de architecturale kwaliteit van de stadswijken te vrijwaren en waar dat mogelijk is de bestaande bebouwing in stand te houden. De bedoeling is om zo tot harmonische, samenhangende stadsgehelen te komen.
Dit is relevant voor schoolprojecten voor de volgende aspecten:
- De ligging en het bouwprofiel van de aangrenzende gebouwen: ligging, diepte, hoogte van de voorgevel, daken.
- De ligging en het bouwprofiel van vrijstaande gebouwen: ligging, hoogte.
- De benedenverdieping en de gevel.
- De naaste omgeving: inrichting en onderhoud van de achteruitbouwstrook, aanleg van gebieden voor koeren en tuinen en van zijdelingse inspringstroken, behoud van een doorlaatbare oppervlakte, omheining van het onbebouwd terrein.Implantations et gabarits des constructions en mitoyenneté : implantation, profondeur, hauteur des façades avant, toitures.
Titel IV - Toegankelijkheid van gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit (PBM)
Deze titel voert een aantal normen in waaraan de toegang en voorzieningen in gebouwen, dus ook van schoolgebouwen, moeten voldoen voor de integratie van personen met beperkte mobiliteit: toegangen, hellingen, signalisatie, gangen, binnendeuren, liften, trappen, toiletten, badkamers, kamers, openbare uitrustingen, loketten, stoelen. De nationale vereniging voor de huisvesting van personen met een handicap ziet toe op gewestelijke projecten die een weerslag hebben voor PBM. ANLH
Titel VII - De wegen, de toegangen ertoe en de naaste omgeving ervan
Bij projecten voor de inrichting van de wegen moet rekening gehouden worden met de nabijheid van scholen, en dan meer bepaald met:
- Het voetgangerstraject (in de onmiddellijke nabijheid van de school): voetpad, oversteekplaatsen, trottoirs.
- Snelheidsremmers.
- Fietspaden en fietsparkeerplaatsen.
- Hoogstammige bomen.
- Bewegwijzering.
- Verlichting.
Titel VIII - De parkeernormen buiten de openbare weg
Titel VIII bepaalt de normen voor het parkeren als instrument om het autogebruik onder controle te brengen. Afhankelijk van het bestemmingstype (huisvesting, economische activiteiten, voorzieningen van collectief belang) krijgen de regels een andere invulling:
Hoofdstuk 5 geldt ook voor scholen (artikel 15). Het stelt geen minimum- of maximumaantal parkeerplaatsen vast, maar verbindt het aantal aan een gemotiveerd voorstel van de aanvrager aan de hand van de volgende criteria:
- kenmerken van het parkeren op de openbare weg;
- bereikbaarheid met het openbaar vervoer;
- soortactiviteiten;
- profiel van de gebruikers.
Ook fietsparkeerplaatsen vallen onder deze titel. Artikel 17 bepaalt dezelfde regel als artikel 15 met een minimum van twee plaatsen per gebouw.
GemSV
De Gemeentelijke Stedenbouwkundige Verordeningen (GemSV) omvatten de regels die zijn aangenomen door elke van de negentien gemeenteraden van het Gewest, Ze vullen de aspecten aan die worden geregeld door de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening voor hun hele grondgebied of voor een deel ervan, afhankelijk van de situatie ter plaatse. Aangezien gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen dwingend zijn en in aanmerking worden genomen bij de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen, is het dus belangrijk dat men bij de uitbouw van een schoolproject nagaat of een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van toepassing is op de beoogde locatie.
De GSV (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening) legt voor het hele gewestelijke grondgebied of voor bepaalde delen hiervan vast hoe bouwwerken moeten worden gebouwd. Concreet gaat het daarbij onder meer om de inplanting, het bouwprofiel, de parkeerplaatsen enz.
De GemSV's (Gemeentelijke Stedenbouwkundige Verordeningen) bepalen voor het gemeentelijk grondgebied of delen hiervan aan welke regels gebouwen moeten voldoen als lokale aanvulling op de GSV. Zij kunnen aspecten organiseren die niet op gewestelijk niveau geregeld zijn.