Speciale regelen van openbaarmaking (SRO)
Met speciale regelen van openbaarmaking wordt het openbaar onderzoek en/of het advies van de overlegcommissie bedoeld.
Het is doel is om het publiek dat bij het project betrokken is te informeren en de kans te geven binnen een vast kader opmerkingen te formuleren om de bevoegde overheden alle inlichtingen en gegevens te verschaffen die nodig zijn om met kennis van zaken een beslissing te nemen.
Er zijn vele mogelijke redenen om het dossier te onderwerpen aan speciale regelen van openbaarmaking. Voor schoolprojecten zijn deze alvast vereist in de volgende gevallen:
- Als voor het project een effectenrapport vereist is.
- Als het project een door het GBP vastgestelde drempelwaarde voor de oppervlakte overschrijdt in het bestemmingsgebied waar het is gelegen.
- Als het project een afwijking inhoudt van een bijzonder bestemmingsplan (BBP) of van een verkavelingsvergunning.
- Als het project een afwijking inhoudt van een stedenbouwkundige verordening met betrekking tot volume, inplanting of vormgeving van de bouwwerken.
- Als het project een voorziening creëert van meer dan 1.000 m² die voor het publiek toegankelijk is.
De twee fasen van de speciale regelen van openbaarmaking
Het openbaar onderzoek
Indien dit vereist is, organiseert de gemeente een openbaar onderzoek binnen vijftien dagen na de afgifte van het ontvangstbewijs van volledig dossier. Daarbij kan het publiek de informatie over het project en het aanvraagdossier voor de stedenbouwkundige vergunning gedurende een bepaalde periode raadplegen op het gemeentehuis.
Daartoe worden in de buurt van de site waar het project zich situeert rode affiches aangeplakt om de omwonenden te informeren over de lopende vergunningsaanvraag. Bezwaren en opmerkingen kunnen worden gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen en staan vermeld in het sluitingsverslag van het openbaar onderzoek. Dit duurt normaal gezien vijftien dagen, dertig dagen wanneer het project een effectenbeoordeling vereist.
De overlegcommissie
De fase van het openbaar onderzoek eindigt steeds met een advies van de overlegcommissie. Deze kan ook een advies uitbrengen wanneer geen openbaar onderzoek is vereist. De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag wordt dan voorgelegd aan de overlegcommissie.
De commissie bestaat uit de personen die het dossier behandelen voor de gemeente en voor het Gewest. Zij vergadert in openbare zitting, zodat iedereen mondeling opmerkingen kan formuleren. De overlegcommissie buigt zich over het dossier van de stedenbouwkundige vergunning en over de klachten. Vervolgens formuleert zij achter gesloten deuren een advies aan de vergunnende overheid, dat ofwel gunstig, ofwel gunstig onder voorwaarden, ofwel ongunstig kan zijn, en dit binnen 45 dagen na de afsluiting van het openbaar onderzoek of na de toezending van het ontvangstbewijs van volledig dossier wanneer er geen onderzoek plaatsvindt. Indien het advies laattijdig wordt uitgebracht, gaat het onderzoek van de aanvraag verder zonder dat men rekening hoeft te houden met het advies dat na de termijn is uitgebracht.
In de versnelde procedure 'Schoolplan' worden de SRO anders georganiseerd. Daar staat het Gewest in voor de organisatie van het openbaar onderzoek en de overlegcommissie. Het dossier van de vergunningsaanvraag ligt ter inzage bij het gewestelijk bestuur voor stedenbouw en kan worden geraadpleegd op de website van urban.brussels. De vergunningsaanvrager moet zelf zorgen voor de aanplakking van de kennisgeving aan het publiek over de vergunningsaanvraag. Klachten moeten uiterlijk vijf dagen voor de vergadering van de overlegcommissie worden ingediend. Indien het openbaar onderzoek 15 dagen duurt, komt de overlegcommissie uiterlijk dertig dagen na de afgifte van het ontvangstbewijs van volledig dossier samen. Indien het openbaar onderzoek 30 dagen duurt, moet de Overlegcommissie zo spoedig mogelijk na afloop van het openbaar onderzoek bijeenkomen. In alle gevallen brengt de Overlegcommissie haar advies binnen de 5 dagen na haar vergadering ter kennis van Urban.brussels.